Navelstreng

23 jun. 2021 · 90 keer gelezen · 2 keer geliket

I.    

De bloemetjesgordijnen filteren de zon.

Een gouden gloed schittert op mijn Ikea-kast.

Naast de vaas met gladiolen pronkt

op de foto in haar rode sofa

de vrouw die met de doden vriendschap sloot.

De leeuwin verloor haar glans.

De zanglijster brak haar stembanden.

De sterjasmijn verstikte door klimop.

 

In pupillen waar de leegte zich nog niet

als een dode vijver heeft genesteld,

vloeit een helder licht. Seizoenen later

vullen haar oogstiltes mijn salon,

klaar om te plukken als vergeet-me-nietjes.

 

Als een landkaart lees ik haar wangrimpels

in beweging zoals de Noordzeegolven

die we met ons getetter gingen

animeren in de vrieskou.

 

Vergrijsde herinneringen, verwelkte gladiolen

Onze momenten bewaar ik

vers in het hart en in de schuif.

Hun contouren houden me scherp telkens

wanneer ik op een pechstrook strand.

 

 

II.

Ook ik hang aan een zijden draadje en zal ooit landen

waar de zon de Noordzee ‘s avonds kust

in de hoop dat mijn leven klopte van begin

tot eind met een hartslag waaruit warm licht

blijft stromen, nu in jouw aderen.

 

Ooit zal ook ik over je waken, mijn jongen.

Als een sopraan zal ik zingen een vuurzee om

te blussen jouw wonden, als een wals

zal ik opendansen jouw horizon.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

23 jun. 2021 · 90 keer gelezen · 2 keer geliket