Terwijl het vruchtwater over je dijen loopt
breekt het angstzweet uit mijn brilglazen.
We roeien ons een weg naar de eerste kennismaking,
het stromende water doet ons naar adem happen.
In een kabbelende spiegel zie ik een man
die nu een baard draagt, merk ik een kroon, een geslepen
zwaard ruimde plaats voor een staf om wanneer de nood er is
het tij te keren.

