De zon is aan lager wal geraakt.
Ze brandt iets minder fel.
Het stervende blad
neemt de bovenhand.
Een eeuwig dansend
silhouet spint zich
voor mijn netvlies
uit.
Jij die lacht
in de vers gewonnen
duisternis
het glas rode wijn
vult.
Mooi tot aan de rand
dat haalt de donkere kant
er een beetje
af.
Het vuur verteert
de bittere tranen
die zonder
voorafgaande waarschuwing
mijn ogen uit rollen.
Keer op keer kunnen we trachten
naar het nieuwe licht.
Tenzij de dood, het is zijn seizoen,
anders beslist.