Mortem

Nova
29 dec. 2019 · 36 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik werd wakker, het was volledig donker rond mij. Ik herinnerde me niet hoe ik er was beland. Ik probeerde m'n armen te bewegen maar ontdekte al snel dat ik vastgebonden zat aan een stoel. Ik moest er weg, koste wat kost. Als je vastgebonden zit kan dat niets goeds betekenen. Ik hoorde stemmen, ze leken van buiten de kamer te komen. Voetstappen kwamen dichterbij, stemmen werden luider, ik werd angstiger. Een deur ging open met een heftige zwaai. Ik hoorde hoe iemand de kamer in liep en op de knop drukte om het licht aan te doen. Het licht scheen fel in mijn ogen, de man stond voor mij. De ene helft van zijn gezicht was bedekt met brandwonden, door de andere helft liep een groot litteken. 'Dus, meisje,' zei hij op een dreigende toon. 'Vertel me nu verdomme wat ik moet weten.' Ik wist niet wat hij bedoelde, ik herinnerde zelfs mijn eigen naam niet. Al herinnerde ik me wel nog dat ik een naam had. Even stelde ik me voor dat de man stond te dansen in een clownspak. Het duurde niet lang want de man maakte een vuist van zijn gezicht en stond klaar om me een mep te verkopen. 'Ik weet écht n-niets' zei ik voor hij me ging slaan. 'LIEG VERDOMME NIET' de man verkocht me een mep. Hij was zelfs gratis, moest er niets voor betalen. Volledig gratis zonder voorwaarden, een vuist tegen m'n kaak. Ik wou eigenlijk wrijven over m'n kaak, om de pijn te verlichten, maar wist dat dat onmogelijk was omdat ik vastgebonden zat. 'Oké, ik geef je nog een laatste kans. Als ik terugkom wil ik dat je me ALLES verteld, begrepen?' Ik knikte maar wist dat ik niets kon zeggen. Een verhaaltje, ja, misschien moest ik een verhaaltje bedenken. Misschien houdt hij van Roodkapje of is hij meer een Doornroosje-type? De man sloot de deur nadat hij het licht had uitgedaan. Ik had het gevoel alsof ik steeds bekeken werd. Ik zat alleen in de kamer samen met mijn gedachten... Het licht knipperde even aan, een zwarte gedaante stond tegenover mij. Ik kon niet goed zien wat het was. Ik herinnerde me wel dat ik heel erg schrok. Zweet begon over mijn voorhoofd te lopen, wat zijn ze hier met me van plan? Ben ik mentaal niet in orde? Verdomme, misschien was het de dood? Die is toch ook zwart? Of beeldde ik het me i-. Iets greep me bij mijn keel. Het voelde aan als verrotte vlezige vingers, ik kon niet meer ademen. Toen het licht weer aanging verdwenen de vingers rond mijn nek. Is dit een nachtmerrie, zit ik vast in een droom? De man stormde weer in de kamer. Deze keer keek hij me aan met een vieze grijns, een grijns dat ik niet snel zou vergeten. 'Nou, meissie vertel op' zei de man toen hij me aankeek, recht in de ogen. 'Uhm nou, er was ooit een...' ik wist niet wat ik moest zeggen. De man keek naar me en beviel me om verder te vertellen. 'Nou, een meisje, ze noemde Roodkapje.' Hij keek me aan alsof hij op het punt stond om heel hard te lachen. Tegelijkertijd keek hij me ook aan alsof hij me elk moment zou vermoorden. 'MEEN JE DIT?! BEN JE NOU AAN 'T LACHEN?' Hij kon er blijkbaar niet mee lachen, misschien was hij dan toch meer een Doornroosje-type. Voor een volle minuut had hij me recht in de ogen aangekeken, alsof hij een roofdier was die zeer goed zijn prooi inspecteerde. Hij ijsbeerde nerveus in de kamer, voor de stoel waarin ik zat. Ik keek even rond me, ik zag het. Oh god, nee. Ik voelde een brok in m'n keel, een elektrische stoel. Ik zat in een elektrische stoel. Met een draai van mijn hoofd zag ik al snel de hendel die m'n leven zou kunnen beëindigen. De man hoefde de hendel maar om te halen en weg was ik. 'IK HEB GENOEG VAN JE DOMME SPELLETJES.' schreeuwde hij door de kamer. 'Vertel het me nu of ik draai die hendel om.' voegde hij er uiteindelijk koelbloedig aan toe. Ik voelde nu meer dan ooit dat ik leefde, het bloed stroomde door mijn lichaam, het zweet drupte van mijn voorhoofd, een traan ontstond onder mijn wenkbrauw. Een oude herinnering kwam in me naar voren, die man, had ik hem niet neergestoken? Hij liep naar de hoek van de kamer, die enkele seconden voelden aan als de laatste van mijn leven. Het licht knipperde even van aan naar uit. Ik wist dat hij nu bij de hendel stond, binnen een paar seconden zou ik weg moeten zijn. Het werd mij alsmaar duidelijker dat ik niets kon doen. Ik draaide mijn hoofd weer om en zag hoe hij de hendel vastnam en me aankeek met een laatste moordende grijns. 'Ik ga dood,' dacht ik. Het licht van de kamer ging aan en uit. De zwarte gedaante was terug. In minder dan een seconde had de gedaante hem in duizenden stukken gesneden met zijn scherpe klauwen. Was ik gered, ik wist het niet. De gedaante liep mijn kant op...

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Nova
29 dec. 2019 · 36 keer gelezen · 0 keer geliket