nergens zoveel anders dat de me de jeuk
op de nek toejuicht
en we vergeten almaar meer dingen die hier stonden en hun gewicht in de taal
ik voel me zo alweer opstijgen in de luwte van mijn buik
en dan ook nog eens bezat dat het een gewoonte wordt
tegen beter weten in zegt ze ik wou dat ik zoals jij was
clownesk
op mijn bureaustoeltje zit ik
schroef de wielen los als een plataan en zijn kruin
plat op mijn bek zal ik vergaan of tastbare woorden zoeken
geschikt voor het krioelen van voedende woorden die reukzin waarnemen
eindelijk gewicht krijgen
ze legt het tegen me uit: boven ons fluisteren ze nu pas
maar ze weten dat er nog een cluster aan geluiden
te verdoezelen zal vallen tot een ander kriebelen
de prikkel en zijn consensus
en het valt te roepen
dat de muren blauw zijn aangeslagen onder het juk van de vrouw
dit slagveld al snel een landschap
dekentje gezelligheid, dametje handtastelijkheden
toch weet ze het niet meer
wat de stappen van een zojuist verijdelde kaalslag
dan wel zouden zijn
ergens fluistert een kerel ik ben bang
het is te hopen dat het alleen maar erger wordt
niets is nog zeker