Tot we opbranden in de stervende nacht
Zullen kwade geesten blijven dansen
In ons aangedikte bloed,
Bedolven onder lava uit ontkurkte vulkanen
.Jij belooft me, ik geloof je
En proef je paars gewassen lippen
Waar de waarborg van een toekomst
Zich in de kerker van mijn keelgat stort.
Een laatste stuiptrekking
Van de nacht spuwt ons uit
En we tuimelen tussen hemel en aarde,
We kussen, we strelen.
Ik wacht op bevelen
En op orders die nooit komen.
Met de zomer ben ook jij verdwenen
En ik mis je verwijten
Waarvan de kruimels blijven dwarsliggen
Op de barricades van mijn beddengoed,
Waar elke nieuwe poging op stuk loopt
En een toekomst ooit binnen bereik
Nu ontbonden en verzwolgen.