Natascha en de pingpongspruiten (7)

2 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

Iets verderop, daar stond zij, nog steeds, de fabriekshal van Kinepolis, ooit wit nu grijs, een tanend walhalla van de film.

Ik keek achterom, in de richting van de achterruit. De vrouw met de mond van marsepein had de aldizak naast zich gezet, als een dam tussen haar rechterbil en de monteur. De Beul van Zedelgem zat nog steeds gans achterin, op het middelste van die vijf zitjes waar schoolreiskinderen het liefst zitten, op hun knieën, achterstevoren, om naar de achtervolgende mensheid te wuiven. Zijn zak was wit gebleven, net als zijn brood in die acht sneetjes met daartussen vier lagen kop en mosterd.

 

Hier worden nog maar weinig films vertoond,” zei de Buschauffeur van wie ik niet verwacht had dat hij me plots zou aanspreken.

In de namiddag brengen private belbusjes oudjes naar deze parking. Ze pikken ze op bij hun woonblokken en ze zette hier af, voor een grappige klassieker, Louis de Funez, The Naked Gun en van die dingen. Oude herinneringen blijven het best bij en dan lachen ze net iets meer. In een andere zaal speelt om twee uur ook ‘De Schat van de Zeerover’, een kinderfilm met droevig eind, maar ook met gratis drankjes of koekjes, naargelang de sponsor en ‘s avonds enkel nog ‘Pirates of Innocence’, een erotische parodie.”

 

Vrij veel gepraat voor een doorsnee buschauffeur. Misschien was zijn google-implantaat niet zorgvuldig afgesteld. Ik was naar zijn informatie beginnen luisteren en we naderden het ronde punt aan de expresweg. Daaronder denderden door een tunnel vrachtwagens met containers, allicht vol richting binnenland, leeg richting zee en boven het ronde punt hing een fietsersbrug met drie armen, die elkaar vasthielden in het midden. Op de arm richting Kinepolis stond een zwarte gestalte met een fluogeel hondje. Ik wees naar de donkere figuur met het reflecterende dier en wachtte op de woorden van de Buschauffeur.

 

Ja, het is al gebeurd, meerdere keren zelfs, dat iemand hier van deze fietsersbrug sprong, maar de smalle brug hangt nog net boven het bloemenperkje naast het ronde punt en net niet boven de tunnel. Meestal komen ze er met wat rozenschrammen en een botbreuk van af. Blijkbaar is het nodig om je met volle kracht af te zetten en een duik vooruit te nemen om onder één van die vrachtwagens terecht te komen?”

 

Ik knikte en bespaarde hem mijn opmerking dat ik de hoogte kon reduceren en het ronde punt in de breedte kon uitrekken, zodat die sombere gestalte veilig van de brug kon springen. Het hondje zou volgen als een bizarre ballon aan een touwtje.

Ik zweeg. De Chauffeur zou allicht geantwoord hebben dat de brug hem dan de weg zou versperren. Ik vroeg hem wel waarom die wanhopelingen niet gewoon vanop het ronde punt de tunnel insprongen.

 

Hij kon niet antwoorden. Zijn implantaat haperde even en hij sprak : “De balustrade is inderdaad niet echt hoog.”

 

De fietsersbrug was nu vlakbij en ik sloeg mijn blik nog snel even omhoog in de hoop een gezicht op de duistere gedaante te kunnen plakken. Regendruppels hinderden het zicht. Ruitenwissers wissen nooit alles en ik dacht aan Natascha, die zich thuis klaarmaakte.

Voor haar was de bushalte Kroonhoek vlakbij. Zij woonde immers in het centrum van Zedelgem, boven een kruidenboetiek. Ik zag het zo voor me, hoe ze zich opfriste voor een spiegel, getooid in enkel een slipje begroeid met doornloze rozen en een beha met de maten en de letters van een barracuda (met uitzondering van de r en de u).

 

Natascha heeft -moet je weten want zo is het- een zuivere huid, vrij van grote moedervlekken en puisten. Er zijn geen doorboringen voor ringels of pinnen en ze heeft geen wratten. Nergens draagt ze een tattoo, niet van een koppige slang of de nummerplaat van een vrachtwagen, noch de beeltenis van een piratenschip en zeker geen naam van een overleden minnaar.

Dat velletje van haar is nergens geschonden of op onnatuurlijke wijze uitgerokken door de aanwezigheid van botox of siliconen, noch in de breedte, noch in de diepte. Zij is geen hemellichaam met kunststofbergen op een ribbelige glooiing. In de verte gaapt geen mergelgrot! Neen, haar lijnen zijn zowel te midden pareltjes van ochtenddauw als bij een dronken avondschemer om te strelen en haar kontje mag dan wel iets dikker zijn dan normaal, voor mij is het helemaal goed zo. Wat is trouwens nog normaal de dag van vandaag?

 

De Chauffeur leek te knikken, alsof hij mijn gedachten had kunnen lezen.

Verder stelde ik me geen vragen bij een fluogele hond.

 

 

 

pagina zeven van

'Natascha en de pingpongspruiten'

(deel 1 van mijn e-boekje 'Ricky Minnaerts Somertijd')

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

2 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket