Natascha en de pingpongspruiten (8)

3 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

De donkere figuur op de fietsersbrug leek geen gezicht te hebben en het gele hondje geen staart. Ze waren braaf op de brug blijven staan en aan de halte ‘Kinepolis’ was er niemand uitgestapt, geen kuisvrouw en geen specialist in dodelijk hoogspanning. De Kontneuker van Sint-Michiels zat vandaag niet op deze bus.

 

Eenmaal het ronde punt voorbij was de weg richting Loppem recht. Voor de Chauffeur lag het bochtenwerk achter de rug en ik dierf hem eindelijk vragen of lijn 72 ook aan de halte Kroonhoek stopte.

Dit is lijn 272”, antwoordde hij, “de 27 en de 72 zijn al enkele maanden samengevoegd. Vroeger was er een belbus die van het Het Zand, via de Diksmuidse Hierweg, halte Kroonhoek en zo verder naar kinderboerderij De Pierlapont reed, maar sinds de privatisering van de belbussen is dat traject geschrapt. Enkel Barts Belbusje volgt die route nog voor een deel. Het vertrekt op de Markt, bij de frituur, naast Breydel en de Coninck. Dan rijdt het via de Diksmuidse Heirweg naar de IJzertoren en van daar naar het geboortehuis van Joris Van Severen te Wakken. Daarna volgt een lange rit naar café De Kroon te Mortsel. De laatste halte is een wietveldje te Bokrijk. Onderweg kan je met geluidsoortjes naar liedjes in Vlaemsche dialecten luisteren, maar dat heeft weinig succes omdat de verschillen tussen onze taaltjes van Babelse aard zijn. Het merendeel van de passagiers bladert liever door de stapels decadente reisverhalen van Theodore Dalrymple, door Bartje himself geïllustreerd met gore tekeningen.”

 

Het klonk alsof hij de informatie die hij via zijn implantaat gekregen had, doorspekt had met enkele grappen. Ik had er weinig aan. Erger was dat ik misschien te laat zou komen op de plaats van afspraak.

Ik vroeg de Chauffeur waar ik dan het best afstapte.

Bij de Braambeier, volg dan de Kronestraat. Steek op het einde de Diksmuidse Hierweg over. Er is daar een zebrapad voor blinden. De strepen hebben er bobbels zo groot als de eieren van een gander."

 

Ik zweeg en zette enkel stappen achteruit. Gelukkig zaten mijn arendslaarzen nog steeds zoals vroeger, als gegoten. Ik nam plaats naast de man met de pingpongogen. Ook hij bleek een google-implantaat te hebben, een oude versie met kinderziekten, vatbaar voor virussen. Zijn ogen en hersenen leden eronder. Ze hadden zich nooit kunnen aanpassen aan de projecties op het netvlies. Zijn blik bleef maar van links naar rechts schieten alsof hij de tekst niet kon volgen.

Hij vroeg mij of ik ze ook had gezien. Ik trok ogen als een domme dodo en hij zei, nogal luid waardoor ik schrok :

Op de brug! Noor! Met dat gele beest.”

 

 

 

bladzijde 8 van

'Natascha en de pingpongspruiten'

(deel 1 van mijn e-boekje 'Ricky Minnaerts Somertijd')

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

3 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket