Dauwdruppels diamanten op het smaragdgroene gras
De zon zweeft zilverroze nevellakens tussen bomen
Ik kniel en hoop dat het altoos zo was.
En niet alleen in mijn dromen
Plensdruppels parelen op het barnsteenbruine pad
De hemel huldigt hersenspinsels van wit tot dreigend grijs
Ik spring en koester elke nieuwe spat
En wens elke mens voldoende wijs
Sterdruppels struinen op de fluweelzwarte lucht
De maan moppert mysterieus naar de wereld en de wolven
Ik huiver en zucht een dankbare zucht
En zie iedereen door ontzag bedolven
Nee, de aarde kreunt en puft en slikt
De mens bevuilt zijn eigen nest
De mens heeft ‘t stilaan al verpest
De aarde heeft het lang genoeg gepikt
Het einde is nabij
En wat doe jij?