Het huis heeft zijn laatste bewoner afgeschud
De jaren zijn erin getrokken, in hun koffers
heimwee naar een ingelijst verleden
Randen lekken traanvocht in de funderingen,
het poreuze skelet houdt
met muurscheuren het verval bij
Door de voegen breekt weegbree,
strijkt verder langs het beton,
overschrijft zijn houdbaarheid
De ramen kijken uit op de straat, die
kaatst geen herkenbaarheid meer terug