Een zonnig gele kamer met blauw tapijt. Een Anne Geddes poster en een hoekbureau waar ik nooit aan zat te studeren, dat was zowat mijn wereld in the nillies. Ik was dertien jaar en ik kon niet wachten om die gruwelijke middelbare school achter mij te laten en aan "het echte leven" te beginnen. Alleen gaan wonen in een grote stad op een appartement met dakterras. Skirtsuits dragen naar mijn kantoorbaan (iets in de advocatuur). En ik zou een kindje adopteren uit China (een meisje) en dit meisje rot verwennen met allemaal schattige Burberryoutfitjes (let op het zijn the nillies waar ik over schrijf, ik kon toen niet voorzien dat in 2019 Burberry, met kraag en al, terug hot and happening is). Al deze dromen zou ik uiteraard realiseren vóór dat ik 30 jaar oud zou zijn, want 30 dat was al wel erg oud. Lente 2019 is het zo ver, de gevreesde nieuwe voordeur. Op regelmatige trips naar Vlaamse en internationale steden na, woon ik op het platteland, in een huisje mét een tuin. Die job in de advocatuur heb ik niet gehaald, maar wat niet is dat kan nog komen.. Ik heb één pantsuit. Hier woont een hond én een vriend, maar geen kinderen. En buiten een verdwaalde Burberry sjaal verder niks. Ik heb wel fijne familie in de buurt, lieve vriendinnen waar ik veel om geef en een kast vol schoenen. Prioriteiten weet je wel.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.