Held
Het is weekend, het is herfst, mijn favoriete seizoen, én de zon schijnt, alles kleurt oranje en een beetje groen. De vriend is er een paar dagen vandoor, ergens in een bos, en de hond mocht per uitzondering niet mee. Ik vind de hond een beetje sneu. Hij lijkt te wachten op de vriend bij het raam. Misschien beeld ik het mezelf in of vind ik mezelf een beetje sneu, wachtend in het huis. We gaan een wandeling maken met ons twee, in een natuurgebied, een kwartiertje rijden hiervandaan. Dat voelt ook een beetje zoals op reis zijn. Auto in, hond mee, flesje water en hup. We gaan voor een "libelle"wandeling. Wat leuk! Over een brugje, langs een dreef, over een dennenpad. Ik let niet op en de libelleborden sterven uit. Hoe moeilijk kan het zijn, ik volg gewoon de rode bordjes dan kom ik vanzelf wel weer bij de parking uit. Het is vijf uur in de namiddag, we wandelen al meer dan een uur en ik zie de zon zakken.. Mijn telefoon ligt in de auto, samen met het flesje water. Er komt een jongen aangejogd, zonder shirt aan. Ik klamp hem aan en hoor mezelf zeggen :"mijn telefoon ben ik in de auto vergeten en ik ben verloren gelopen denk ik". Goed bezig Evelien.Ik bijt op mijn tong. Waarom denken mijn hersenen niet langer na voordat ik praat. Slim om tegen een wildvreemde te zeggen dat je als meisje alleen ronddwaalt in een uitgestrekt natuurgebied, zonder telefoon! Hij moet lachen en de hond likt zijn hand. Hij haalt een plannetje boven en wijst de kortste weg naar de parking. Wel doorwandelen zegt hij, het wordt al snel donker! Bedankt. Ik zucht.