Noch zij de winters

7 aug. 2018 · 14 keer gelezen · 0 keer geliket

Drie schrijvers lopen bij maanlicht op de kade.
De eerste zegt,' Oh, waar is de liefde, waar is de schoonheid, de weelde? Alleenzaam als ik is niemand. Want niemand kan ooit weten wat het is om te leven met deze zwaarte, die tevens als rook is. Ontastbaar maar altijd daar. Ben ik dan blind? Is het daarom dat ik niets meer zie dat de moeite waard lijkt?' Met één hand houd hij zijn jas gesloten terwijl de koude wind aan zijn kraag rukt. Hij staart diep in de verte, als enige lijkt hij het mysterie te kunnen ontrafelen van de duisternis.

 

De tweede schrijver kijkt hem aan en zegt, terwijl zijn adem witte wolken maakt die in de koude lucht verdwijnen,' Ik ben een tuinstoel dat te lang in de mist heeft gelegen. Wie heeft me achter gelaten bij deze donkere bomen? Er is geen zon en het mos kruipt steeds verder, over mijn hart en over mijn hoofd en over mijn oren. Ik hoor niets meer, zelfs geen wolven. Het mos kruipt in, maar niets is zacht en donzig. Hij neemt zijn eerste slok uit zijn flacon en veegt zijn lippen af met zijn duim.

 

De derde knikt en zegt dan ,'Wat heb ik gedaan om dit te verdienen, waar is de genade, of de genadeslag? Vleermuizen omcirkelen de mooie vrouwen die ik een leven lang heb gadegeslagen. Leeuwen sluipen op straat, soms springen ze op achter me en dan brullen ze oorverdovend in mijn oren. Ik heb een levenlang liefdesverdriet zonder liefde te hebben gekend. Is dat mijn zoektocht, mijn queeste? De liefde, ik die bang ben van mijn eigen schaduw? Want daarom woon ik in de schaduw. Uit angst. Er is maar één lamp die brandt in mijn huis en die is zwart.'

 

Samen delen ze de flacon die de tweede schrijver mee had genomen, en al lallend waggelden ze naar hun onderkomen. Een man in een net pak opent de deur en het derde gezel haalt nog een slof sigaretten uit. De eerste schrijver stapt naar de biljarttafel, en begint zijn spel.

 

'Wee ons, 'roepen ze beide,' Niemand torst de lasten die wij torsen. Wij kijken weemoedig neer op de kinderen, die geen winter ooit gezien heeft. Noch zij de winters.'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

7 aug. 2018 · 14 keer gelezen · 0 keer geliket