Een zwerm kraaien krast
lijnen in de stilte.
Achter ons staat de lucht in lichterlaaie,
haalt het cliché het van mijn gezond verstand
dat sowieso al met mondjesmaat bekt
met een mens als jij in de buurt.
Het zou bij wet verboden moeten zijn,
dat halsstarrig dromen bij ochtendlicht.
Maar ook dan vind ik vast een excuus
om mezelf boven de regels te stellen.
Behalve dewelke ik neerpen.
Daarin spartel ik
als een drenkeling.