Dagen vliegen voorbij.
Ze hollen, huppelen, fietsen.
Soms kruipen ze.
Al naargelang hun humeur.
En ik maar volgen.
Als ze slenteren word ik moe.
Dan sluit ik ze buiten en verstop me
onder de dekens. Vaak
val ik in slaap.
Gluur ik nadien door het raam,
is er nog geen dag gepasseerd.