Vijf hoog in zijn toren zat Rapunzel opgesloten.
Zijn haar knipte hij jaren geleden al af.
Het groeide nooit meer lang
en in haarklimmen was ik sowieso nooit goed.
Toch leek een rol als ridder me wat
dus zocht ik naar draken.
Die vond ik onder mijn bed
en in de brievenbus.
Spinnen en facturen
die ik wisselde van plek.
Dat volstond voor een pantoffelheld.
Toen bracht ik soepgroenten naar Rapunzel.
En chocola want ridders zijn lief.
Rapunzel verdikte een beetje
en ramde na tien dagen de deur in.
Nu leven we nog even en tevreden.
Rapunzel maakt soep en vlechtjes
in zijn haar dat toch weer groeit,
voor de zekerheid en andere ridders.
Zelf kocht ik een nieuwe brievenbus.