Wanten en tennisballen aan een touwtje.
Met andere kinderen op wandel aan een koord.
Rekkers aan je beugel.
Wat leerde jij je hechten.
Later lachten we daarmee.
Toen je de beugel ontgroeid,
kocht ik jou een gele jas.
Daarin bewaarde je onze zomer.
Het regende voortdurend.
Ik was al een hele tijd weg
toen het jasje nog steeds te drogen hing
op je foto's.
Zelf hing je
aan een touw.