November even na vijven
steekt de klok de zon voorbij.
In de vrieskou kruipen je handen wit
tegen het haardvuur.
De notelaar spookt in de tuin.
Takken in het straatlicht,
vingers aan het vuur,
schaduwschilderen op de muur.
Later gloeien je handen na,
groeien wortels
onder mijn huid. Kom je thuis.