Gisteren verjaardagstaart gekocht.
Dat duurde een tocht door de stad
eer we één vonden het verjaren waardig.
Dat ze voor zes bedoeld was deerde niet.
Ik besloot: je mag zes keer
jezelf verwennen als niemand anders het doet.
Nooit eerder likte citroenschuim
zo gretig aan een mes.
Vandaag is niemand jarig dat ik weet.
Wie eet alleen?
Wiens paraplu ging stuk?
Wie weent om een dode merel in het gras?
Iemand?
Natuurlijk gaat het om dat teveel
in mij voor jou.
Ik groei weer armen die zich zo zacht
om je pijn heen willen vouwen.
Verlangen ons te omcirkelen
als kringen in het water
tot ook ik
omsloten word.