Het ommetje in de stad waar ik in de herfstzon
besluit mijn koffie buiten te drinken.
Dat moment waarop vader enthousiast zijn gsm bovenhaalt
voor een gedeelde selfie.
Het gevoel van zijn hand op mijn schouder.
Het besef dat ik me niet herinner
wanneer die hand er voor het laatst lag.
De eerste wandeling samen met het nieuw lief.
Het slenteren om tijd te rekken.
Mijn handen die winnen bij een wedstrijdje
om ter koudst.
De picknick bij het kerkhof met de vuile wc.
Het te gulzig happen in een rijsttaartje.
De treinrit naar zee waarbij de lucht zo roze kleurt.
Het is maar een hoed, troost je me.
Op de tram verliest iedereen wel wat.
Maar dat kan me gestolen worden.
Koop een nieuwe, zeg je.
Je snapt er niks van.
Uit een nieuwe hoed tover je
geen oude verhalen.