Wanneer ben je van ergens?
vraag ik aan iedereen die ik ontmoet.
Aan de bankdirecteur,
de dakloze,
de treinbestuur.
Wanneer je naam hebt gemaakt,
de straten kent,
nooit stilstaat.
Daar sta ik bij stil.
In elk station
plant ik een letter
van mijn naam.
Daarbij blijf ik.
Onderweg.