Duizelig van tornado's,
Natte voeten door de vloed,
En hier en daar een lijk of vijftig
Op de schaduwzijde van de aarde,
Die we bijna om zeep, nog heel even.
Laat intussen winst welig tieren,
Welvaart voor weinigen,
Wanhoop voor velen,
Want de beurs gedijt goed
In verwelkte weelde,
In moerassen waar ooit weilanden,
Waar mens en dier moegestreden,
Uitgeperst en weggesmeten
In omgevingen die onverminderd
Azen op hun leven!
Laat de hebzucht regeren,
Ondanks onderhuidse schreeuwen,
En het rode licht negeren
Tot het einde van de wereld.
Nu of nooit!