Hier eindigt de dorst. Hij slikt of doet alsof. Hij speurt
de monden af en spreekt het uit: een harde oorlog.
Hij zoekt een mok
waar een gebroken stad in past. Trekt de thee. Tot
tweemaal toe. Er wordt niet geroerd. Met de geur
komt ook het weten vrij. In kleine porties.
Een vuile laag. De zachte smaak is weg. Hij neemt een
slok. Legt het deksel op de kom en knipt de oogleden
om niet in te slapen.