ONAFHANKELIJKHEIDSDAG

8 nov 2015 · 26 keer gelezen · 2 keer geliket

Laat ik meteen met de deur in huis vallen in het bezit van de vraag ter waarde van € 1.000.000 : “Kan een kind ongewenst zijn ?”. Het antwoord is echter niet ver te zoeken. De “Van Dale” omschrijft ‘ongewenst’ immers als volgt :

‘1 Waarop men geen prijs stelt, niet welkom

  • Een ….. kind’

Laat mij nu denken dat de schijterij ‘ongewenst’ is, wanneer je net het startschot hoort voor de marathon waaraan je deelneemt. Of een bezoek van je schoonmoeder, precies op het moment dat je op het punt staat haar dochter de beurt van haar leven te geven. Een been breken, de dag voor je op safari naar Zuid-Afrika vertrekt. Een kaasschotel bestellen voor 12 personen, net op die ene dag dat de winkel onverwacht een uurtje vroeger sluit wegens ‘persoonlijke omstandigheden’. Of 2 weken moeten wachten op dat bestelde boek waar je zo naar uitkijkt, om het precies 10 minuten later te dopen met je eerste biertje van die dag !

Maar een kind ? Ongewenst ? Ikzelf, fiere vader van een zoon en een dochter, vind dit een volledig overbodige vraag ! En toch…toch… Bijvoorbeeld mijn eigen moeder houdt er een volledig andere mening op na en heeft mij dat op redelijk vaak voorkomende tijdstippen laten weten…en voelen. Ach, misschien was het wel mijn eigen schuld, weet ik veel. Want haar planning lag ten slotte al vast : één kind…en dan nog liefst een zoon. En indien er (in alle onwaarschijnlijkheid) toch een tweede zou komen, dan moest het een meisje zijn. Dus laat ik niets meer betekenen dan een speling van het noodlot : mijn 3-jarige broer was al op de wereld los gelaten en ik had dan ook nog eens de pretentie om alweer met een piemel dit aardse leven binnen te stappen in plaats van als fiere bezitter van de verhoopte vagina. En jammer, maar helaas : dan weet je het wel ! Je broer profiteert van zijn selectie in het team en je vader – niet eens een slecht man – heeft het toch steeds zo druk met zijn werk…enige vrees voor de woede van zijn eigen vrouw is daar natuurlijk niet vreemd aan ! En dan kan je als een leeuw in een kooi nog zo hard draaien of brullen als je wilt…je eigen, kleine wereld is en blijft stokdoof voor jouw geweeklaag ! Na het – bijna – vlekkeloos doorlopen van mijn middelbare schooltijd, zat verder studeren er echter niet in : “Je broer heeft het ook niet gedaan en kijk eens waar hij staat !”. Het juiste woord was echter ‘zit’ : of als nachtwaker zonder enig doel, uitgezonderd het openen en sluiten van de plaatselijke slagboom, of in het café. Mijn pleidooi dat hij niet eens het middelbaar had afgemaakt, werd – zoals meestal – weggewuifd. Ik begon mijn ‘carrière’ in een taverne op de Groenplaats en  wachtte op de maanden dat ik het leger in moest…of beter : in mocht ! En eens afgezwaaid : vrijheid…blijheid ! Mijn tweede vrouw zou echter jaren later de plooitjes wel even glad strijken. Buiten mijn medeweten, nodigde ze mijn ouders en mijn broer, eveneens vergezeld van zijn tweede exemplaar, uit om Nieuwjaarsdag 1996 bij ons door te brengen. We hebben het dessert niet gehaald : na de hoofdmaaltijd (een reerug, waarvan ik nu spijt heb dat het dier hier had voor moeten sterven), nam ik de telefoon, bestelde een taxi en kieperde de vier – lang voor het arriveren van het betreffende voertuig – de koude nacht in ! En dat was het laatste wat ik nog ooit gezien heb van het olijke viertal. Gezien…niet gehoord : mijn broer heeft nog eenmaal woedend gebeld om te zeggen dat mijn zoon opa’s auto had geleend (voor alle duidelijkheid : het was mijn auto die ik hem gegeven had, nadat ik mijn eerste bedrijfswagen onder de kont geschoven kreeg), maar nooit had teruggebracht…Het scheen te kloppen : hij had hem verkocht aan een vriend van hem. Helaas haalde de stuiplach het van mijn eventuele boosheid, wat het gesprek niet ten goede kwam. En dat was het dan…dacht ik !

Niets of niemand kan mijn verbazing beschrijven, toen ik hem 2 weken geleden, na mijn dagelijkse boodschappen, op het terras van mijn stamkroeg zag zitten. 86 jaar, mager en nog steeds drager van de veel te grote uilenbril. De plaats zelf – Wenduine dus – was niet eens zo vreemd : tenslotte had ik hen tot mijn 16e jaar ‘mogen’ vergezellen op hun jaarlijkse vakantie naar dezelfde badplaats. 3 helse weken, no less ! De hel van vroeger is inmiddels wel mijn hemel op aarde geworden, waar ik in alle stilte en eenzaamheid mijn oude dag slijt. Eerlijkheidshalve moet ik het toegeven : de drang om hem voorbij te lopen en een plaats aan de toog te nemen was groot…heel groot. Helaas : mijn nog steeds smeulende woede haalde het met gemak. Met een blik die duidelijk deed blijken : ’t is van moetens, nam ik plaats tegenover de man die ik al 20 jaar niet meer had gezien…maar geen dag had gemist. Geen kus, geen handdruk, geen ‘Hey, dag pa !’. Een simpele ‘hallo’ leek me al meer dan wat van mij verwacht kon worden.

‘Dag jongen, ben blij je eindelijk nog eens te zien.’

‘Het genoegen is volledig aan jouw kant en trouwens : lijkt me nogal een overbodige opmerking. Ik denk dat ik inmiddels wel rechtmatig eigenaar van het woord ‘man’ ben geworden.”

Op mijn vraag, bracht Mady 2 biertjes en zette ze neer met een wat vreemde blik. Mady houdt niet van vreemdelingen in haar café. Nog vreemder was de stilte tussen ons. Zou er dan niks zijn, buiten de geweldige temperatuur van de maand oktober, waar we konden over spreken ?

“Hoe is het met je vrouw?”, vroeg ik, elk woord flink gedoopt in het vat cynisme dat ik steeds bij me draag. Het was het beste wat ik uit mijn bek kreeg, ook al was ze iemand die gelukkigere mensen ‘moeder’ noemen.

“Oh, die redt zich wel. Ze heeft veel hulp van de buurman.”

“Fuck, die zak”, antwoordde  ik, hoewel ik vanzelfsprekend de kerel nog nooit ontmoet had. Het feit dat zij werd bijgestaan door die lul, was al ruim voldoende.

“Ben je na al die jaren nog steeds zo rancuneus ? Moet dat nu echt ?”

“Nee”, loog ik, “alleen is elk greintje van enige belangstelling volledig vergaan, samen met jou zo te zien.”

Met dezelfde vreemde blik kwam Mady buiten en zette de biertjes neer.

“Het spijt me, Paul.”

Woorden waar ik jaren op had gewacht en die me nu, eenmaal uitgesproken, niets meer deden.

“Wat precies, Jos ? Haar woede, haar stampen, de vernederingen, het gebrek aan enige liefde of geborgenheid ? Alles waar een kind nood aan heeft ?  Of het feit dat je er nooit was voor mij ? Dat ik jarenlang ben onderworpen aan haar haat en zogenaamde depressies ? Je moet wel iets specifieker zijn, vrees ik : er zijn te veel redenen om je spijt nu te betuigen !”

Mijn vader liet zijn hoofd zakken alsof hij in slaap zou vallen. Prima…kon ik hem daar laten zitten. Hij was echter druk bezig zijn verdediging voor te bereiden.

“Denk je dat ik het makkelijk had ?”

“Ha, ik dacht al : waar blijft het belangrijkste woord van de familie-slagzin : IK ! En nee, dat zal wel niet, maar neem godverdomme je verantwoordelijk mee op voor mijn kutjeugd ! Alles wat jij hebt gedaan, is je gedragen als haar goed getrainde aapje : horen, zien maar – vooral – zwijgen. Trouwens, wie heeft jou uit de stront geholpen toen je een proces aan je broek had wegens het begluren van mensen met een verrekijker ? Goed dat ik een hoofdcommissaris als vriend had, vind je niet ?

“Dat is niet eerlijk. Ik had mijn werk ook.”

“Daar hebben we het weer : het excuus dat ik jarenlang heb moeten aanhoren om je eigen zwakheid te verbergen. Zal ik eens iets zeggen, man ? De laatste 20 jaar waren – wat jullie 3 betreft – de beste van mijn leven ! Ik heb me door de 2e scheiding gewerkt, heb de kinderen groot gebracht, 6 maanden in een inrichting verbleven en nog veel meer. Maar niet één keer gedacht : hoe zou het nu met hen zijn ?”

“Maar kijk, jongen….”

“Stop godverdomme met mij ‘jongen’ te noemen ! Ik ben noch een jongen, noch ‘jullie’ jongen.”

Om mijn woorden kracht bij te zetten, sloeg ik op de terrastafel, waardoor mijn inmiddels bijna leeg glas omviel. Geen probleem…drinken we gewoon verder het zijne op (hij had het glas nog niet eens vastgenomen, wat daarvoor wel een vereiste was !).

“Trouwens, hoe gaat het met je andere zoon ?”

Het is vreemd en nog steeds vreet het aan me dat je na 20 jaar geen kwetsender woorden kan vinden, dan degene die je gebruikt.

“Bof, niet slecht, denk ik. Je kent hem hé : werken en het vrouwtje.”

De welgemeende schaterlach was er zelfs sneller dan ik dacht !

“Over zijn werk weet ik niks, behalve dat hij nog steeds slagbomen behandelt, zeker ? En zwijg me alsjeblieft over zijn ‘vrouwtje’. Hij is nooit geïnteresseerd geweest in een van zijn vrouwen ! Enkel zijn maîtresse was van tel…maar die komt nu eenmaal enkel in glazen van 33cl. !”

“Kan ik je nog iets brengen, Paul ?”, vroeg Mady, mijn vader volledig negerend.

“Graag schoonheid (wat ze trouwens is !). Breng er nog maar twee, alsjeblieft.” En weg was ze…

“Maar ja, drank zit in de familie, hé man ? Alleen ben ik eruit geraakt. En hoe zit het met de geheimen van de familie ? Nog steeds zo belangrijk ?”

“Ik weet niet waarover je…”

“Oh, bijvoorbeeld die ‘inbraak’ bij ons thuis, waar plots alle juwelen van je vrouw waren verdwenen. En dat zonder enig teken van braak ! En nu ik er even over terug denk : heb in dat verband nooit politie bij ons thuis gezien ! Of, nu we het net zo leuk hebben : misschien kunnen we ook even praten over de 3 brandmerken die de heer Peter Stuyvesant me heeft bezorgd, weliswaar daarbij flink geholpen door een vrouwelijke hand ? Ha, nu schiet het me weer plots te binnen wat je toen zei : “Ach een ongelukje…dat geneest wel.” 3 fucking ongelukken, vent…en genezen doen ze wel, maar de littekens zijn nog steeds zichtbaar. Wil je even kijken, misschien ? Kreeg afgelopen zomer nog de vraag waar ik die had opgelopen…en jij was verdomme niet eens geïnteresseerd hoe ze daar waren gekomen, hoewel je dat goed genoeg wist, klote lafaard ! Te laf om je eigen zoon – nou ja, denk ik toch – te beschermen tegen zijn moeder, rotzak !”

Het was natuurlijk niet te vermijden dat ik in al mijn woede de blikken van andere klanten en voorbijgangers trok. Mady wist wel beter : ze wist dat ik aan ‘Borderline’ leed en had mij – op mindere momenten – al meegemaakt in haar ‘place to be’.

“En waarom niet, Jos ? Omdat jij goed genoeg wist dat ik soms diende als vervanger van een niet te vinden asbak voor dat wijf van jou. Maar optreden ? Ho maar ! Want wat er gebeurt in de familie, blijft in de familie…toch ? En eerlijk waar : knap gedaan ! Nog steeds geen hond die ervan weet heeft ! Wel, dat noem ik pas klasse ! Weet je wanneer mijn ‘Hel der ongewenste kinderen’ pas echt begon ? Toen jij het zo druk kreeg met je werk, dat je een secretaresse nodig had. Maar moest dat echt ‘Vrouwe Verpleegster’ zijn ? Zij, die haar job met alle liefde van de wereld deed ? Ik was verdomme 12 jaar, lul…en jij zette mij te kakken in haar klauwen vol frustratie. En het feit dat er ‘plotseling’ veel minder medicijnen in huis waren, deed haar ook al geen goed, hé ?

Man, ik herinner me nog als gisteren dat ik – tegen al haar wetten in – op een dag een tweede douche nam. Ik kreeg er meteen een derde bij : een koude douche…en dat mag je gerust letterlijk nemen !”

“Ach, dan was je zeker die dag erg proper.”, mompelde hij.

“Gaan we ermee lachen, klootzak ? Ik was verdomme 14 of 15 jaar. Niet echt een leeftijd waarop je jezelf met plezier moet uitkleden voor je eigen moeder ! En maar staren… Maar ik heb nog een zak vol verhalen hoor. Waarover zullen we het nu eens hebben ? Een ‘ongelukje’ met gloeiende koffie ? Geld dat uit mijn spaarpot bleef verdwenen ? Oh, deze is ook wel leuk : iets over verplicht in je blote piemel de afwas moeten doen ? Of over de dode goudvis, verdwenen in het toilet ? Dat klopt : door mijzelf uitgescheten de volgende dag, godverdomme ! Goh, moet even denken…er is nog zo veel !”

De biertjes werden bezorgden even – heel even – voelde ik de rechterhand van Mady op mijn linkerschouder. Ik voelde zelfs het korte, bemoedigende kneepje.

“Kan je je trouwens nog herinneren hoeveel angst ik had van haar grote broer ? Ik vreesde altijd dat hij een lepel van hetzelfde had binnengekregen, maar niks hoor…hij heeft wel 6 kinderen gelukkig groot gebracht ! Eén van hen is enkele maanden geleden overleden…vreemd hé : die mis ik wel enorm ! En het is verwarmend als je ziet hoe heel die familie aan elkaar kleeft…Onze lijm is jaren geleden al verdroogd ! Ach man, weet je, laat me de rest meenemen in de wind die me ooit over de Noordzee zal verspreiden. Ik heb genoeg verteld. Laat me sommige zaken in onverwerkte schande in mijn hart en ziel dragen. De koster is gestorven : er is niemand meer aanwezig om de klok terug te draaien. Ik slijt mijn levensdagen in eenzaamheid omdat niemand mijn levensverhaal kan horen…wil horen. Hoe zou ik dat ook kunnen verlangen ? Ik kan het zelf amper aan. Ik draag het met me mee tot ‘The End’ op het scherm verschijnt. Ha, medelijden is niet wat ik zoek…een beetje begrip was mij veel meer waard geweest. Maar dat lijkt wel de grote afwezige in mijn leven ! Ik zal mensen nalaten die het nooit zullen begrijpen…uitjouwen en vervloeken misschien wel. Omdat ze de waarheid nooit zagen en het nu niet meer aan zouden kunnen…net zoals jij het niet wou zien, kerel ! Godverdomme, ik mis mijn overleden nichtje…Zijn begreep me wel !”

Ik dronk mijn bier in één teug leeg en schoof zijn onaangeraakte glas opnieuw naar mij toe.

“Da’s straf ! En mij mis je niet ? Je bent niet eens gekomen !” Voor de eerste keer sinds ons gesprek verhief hij zelf zijn stem.

“Ha ha, sorry hoor, maar da’s echt wel een grap ! Misschien moet je je weduwe ook eens een bezoekje brengen als ze niet bij haar buurman zit en vragen hoe dat verdomme komt ! Heb niet eens zo’n klote-doodsbrief gekregen. Och ja, een kopij via de zoon van mijn broer. En de fucking bitch had er niet eens de namen van mijn kinderen op laten vermelden ! En toch is mijn zoon gegaan, tegen beter weten in…En warm verwelkomd dat hij werd…so not ! Oh ja, heb ook via-via  een doodsprentje gekregen. Was wel leuk wat erin stond : ‘I did it my way…’. Nee serieus, had dan niemand de ballen om de waarheid erop te schrijven : ‘I did it her way…’ ?

“Vind je het nu zelf geen tijd om 2 jaar na mijn dood te vergeten en vergeven ? De pijn een plek te geven ?”

“Welke pijn, Jos ? Van wie, in hemelsnaam ? Mijn pijn is voorbij en de jouwe nu blijkbaar ook. En om die van haar geef ik geen reet ! Als jij tevreden bent met de 83 jaar dat je geleefd hebt, prima toch ? Maar laat nu één ding duidelijk zijn : dit gesprek komt jaren te laat ! Toen was je een geest die het huis ronddwaalde… breng daar nu geen verandering in. En doe nu wat je je hele leven hebt gedaan : laat me met rust !”

En terwijl hij zijn stoel achteruit schoof om daarna te verdwijnen in de menigte, kwam Mady net opnieuw buiten.

“Hey Polleke, doe je het een beetje rustig aan met die biertjes ? Telkens 2 bestellen is niet zo geweldig, vind ik zelf” en schonk me één van haar prachtige glimlachjes.

“Oké, zal ik doen, Mady. En sorry voor het lawaai”, wat meteen weggewuifd werd. “Kan je me er nog ééntje brengen, alsjeblieft ?”

En alweer stond 5 minuten later het gevraagde voor me.

Ik nam het glas vast, bleef er even naar staren en bracht het tot net iets boven mijn ogen.

“Schol pa… Op Onafhankelijkheidsdag !”

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

8 nov 2015 · 26 keer gelezen · 2 keer geliket