Het broze weten vult het topje boven water
een kleine toren omcirkelt door dwalende einders
als een woord dat een verschil maakt, begrepen door een enkeling
in een mist van wanhoopsklanken
Alle turbulentie wordt toegeschreven aan het vreemde
het roert zich alsof enkel de oppervlakte bestaat
terwijl ik tracht te drijven op de zwaarte van mijn schaduw
en daarom mijn onderliggende redenen niet zie
Wat daar beneden ligt, bepaalt mijn stroming
maar ergens halverwege ben ik gestopt met tasten
het afvragen voorbij gegaan, richting overgave
in het slop van het donker mijn plaats gevonden