Je bekijkt me nog even voordat je terug duikt.
Onder je abrikoos oranje duikbril blazen je wangen zich al op.
Armen en vingers gespannen zoals een pijl en boog vuur je je af.
Je schiet een holte in de berg, verdeelt de luchtbelletjes over het water.
Ik kan de weerspiegeling van de golven voelen dansen op mijn huid,
bleke lichtkreukels op mijn koraalrode lichaam. We glibberen over elkaar.
Garnaalslag, je haakt je voeten in een schelp.
Op een ondiepe rots zie ik je over de zee lopen, tot je terug ‘plons’.