ik probeerde mijn handen te wassen
onder deze kapotte kraan ze is
helemaal op
ik droom vaak over zwembad, oma,
mijn handen uitsteken in het niets
ik zal de assen van een verlopen
wij uitstrooien over de stad waar het al vol ligt van
zinloze longen, lege glazen en uitlopende
ogen ik zie jouw paar ogen je bezit
een voor mij bloedrode wijsheid ik rol over de grond ik zal me wentelen in een steeds wij
ik maak een incisie rond mijn slapen een
perfecte cirkel een aureool
neem mijn schedel zachtjes af een hoed waar ik
verdamp zie een opwaartse zwaarte hier liggen
lange lijnen een overschrijding
ik zie zwarte spijt als vergif ik als denkruiter spring nog een grens over word als praatsjamaan to dissect myself
past beter dan te zeggen dat ik mezelf doorsnij het is eerder een werk van zachte vingertoppen die glijden hier en daar op gaten stoten en
zichzelf respecterende armen uitzoeken omsluiten
er zijn hopen materiaal in dit huis
uit intuïtie vullend functioneel ik volg een
methode mijn schedel een hoed een rugzak een schild waaruit ik vertrek
geloof dat ik heel ben
een waarachtig schouwspel
mijn gekraakte, mijn prachtige
niet meer vingerwijzend
ik ben kasteelachtig architecturaal
ik word niet meer ik ben ik ben ik ben