Ontmoeting in de winter

18 mrt. 2021 · 49 keer gelezen · 5 keer geliket

                                                                                         foto: Michael Krahn

De Gaume is een kleine gastvrije streek in het uiterste zuiden van Belgisch Luxemburg. De inwoners zijn er bijzonder hartelijk en hun karakters zijn zacht, net als het uitzonderlijke microklimaat.

Hoelang is het geleden dat  ik hier voor het laatst kwam? Ik durf er niet aan denken. Met een groep vrienden verbleven wij in een hotelletje in het dorpje La Cuisine. Op wandelingen door de velden en bossen hoorden en zagen wij krekels, bergcicades en bidsprinkhanen en allerlei planten die normaal veel zuidelijker te vinden zijn.

Veertig jaar later, ben ik in de herfst van mijn leven beland en kom ik hier op mijn eentje de kerstdagen doorbrengen. Hoe zacht ook de zomer is, zo koud kan de winter hier toeslaan, maar nooit hard. Al ligt over woud en akkers een sneeuwdekbed, de wind is hier nooit ijzig. Hoe heerlijk ook het vertoeven is bij de ronkende houtkachel, de witte pracht buiten het raam noopt mij tot een fikse wandeling in de natuur.

“Om ter eerst bij die houtstapel”, hoor ik achter mij roepen. Een groep jongelui stuift mij voorbij op het besneeuwde bospad. Eén stoot mij aan, ik schuif weg maar net voor ik val voel ik dat zijn stevige armen mij vastklemmen en recht helpen.
“Sorry”, zegt hij. Ik kijk in twee bezorgde ogen. Ze hebben een kleur die ik nog nooit zag, of komt het omdat ik voor het eerst zo diep in iemands ogen kijk? Ze zijn groen, blauw en bruin tegelijk en ze stralen.
“Niet erg”, zeg ik: “ik heb het overleefd, dank zij jouw stevige armen.”
Ik merk dat hij bloost. Hij lost zijn greep en even verlang ik dat hij mij vast zou houden, mij niet meer loslaten.
“Bent u zeker dat alles ok is?”
Zijn stem is laag maar jong en fluweelachtig, de perfecte radiostem. Waarom denk ik dit en waarom kan ik mij niet inhouden en zeg: “Weet u dat uw stemgeluid heel radiofonisch klinkt?”
Hij glimlacht breed. Zijn tanden glinsteren in de zonnestralen die nu door de wolken breken en de witte sneeuwvacht rondom ons doet fonkelen.
Er komt een wolkje adem uit zijn mond wanneer hij “Dank u.” zegt. Zijn vrienden roepen hem toe: “Jonathan, waar blijf je?”
Met een “Nog een prettige wandeling”, rent hij naar zijn kameraden. Zij lopen verder. In hun gejoel hoor ik in de verte: “Jawel, een radiofonische stem…”

Emoties overmannen mij, mijn hart bonkt, toch besef ik dat het niet van de inspanning is. Was het de confrontatie met deze jeugdige kracht, de siddering, niet van onbehagen maar van puur genot, die door mijn lijf voer? Waren het de stoere armen die mij opvingen en als in een omhelzing om mij sloten en mij staande hielden? Waren het die kleurrijke ogen, die mij zo zachtzinnig aankeken?

Een laatste eekhoorn dropt een dennenappel uit een zilverspar. Onmerkbaar glijdt de winterzon naar de horizon en daalt in mij de stilte, die plots doorbroken wordt door geroezemoes. Uit een diepte naast het bospad duiken gedaantes op.

Het is de bende jongelieden die net als ik op de terugweg zijn van hun wandeltocht. Ze lopen weer naast mij door en dan zie ik hem. Ik stop en enkele meters voor mij houdt ook hij halt, net of hij zich even wil verwijderen van het kabaal van zijn vrienden. Traag draait hij zich om en kijkt me strak in de ogen. Hij straalt rust uit. Dan hoor ik het fluweelzachte geluid: “Hebt u genoten? Heerlijk toch deze natuur. Nog een rustige nacht.”

Hij stapt snel door. Ik kijk hem na en stamel binnensmonds: “Goede nacht, Jonathan.”

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

18 mrt. 2021 · 49 keer gelezen · 5 keer geliket