Hét is niet meer dan onverschillige hoop
op meer met u dan nu want, is het dit?
Aarzelend vrijwillig mijn hart in uw bezit.
Leg het dan nu maar volledig in de kNoOp.
Rek het kneed het breek het desnoods
Verbrijzel verbrand het met breeede glimlach.
B e s p e e l me als gitaar met v i n g e r s, je mag.
Als ik me tóch je tijdelijke armen inloods.
Dat afwezigheid van jouw Figuur
op den Duur
aanvoelt als Zuur
bijna Obscuur
ik in de verte Tuur
en wanhoop zo Guur
opstapelt als een Muur
waartegen ik blindelings Stuur
maar waar tegelijkertijd Uur na Uur
mijn eeuwig hoopvol Vuur
BRANDT.
dat het Plezier
van ons samen Hier
aanvoelt als een rode lap op een Stier
maar 't interesseert me geen Zier
want op die Manier
geeft het Sier
aan het Getier
van mijn brein o zo Dier
lijk, dus mijn deur mits wat Bier
voor jou altijd op een Kier STAAT.
dat de Hartzeer
van mét jou Keer op Keer
zoveel Meer
omdat ik niet Leer
slechts matig Panikeer
op naïviteit Teer
en alweer liegend Zweer
het was de laatste Keer
me Weer
niet tot Inkeer BRENGT.
dat de Pijn
van zonder jou durven Zijn
Fijn
omzet in Wijn
en nog Wijn
en nóg Wijn
tot het Gordijn
van schone Schijn
van mijn hart nu te Klein
in kaarsrechte Lijn
VALT.
Raakt het me diep?
DiepeR dan ik toegeven wil
maar liever dat, veel liever dat
dan het hart zonder passie,
als van een dode zo stil...