ik zie dromen, ik zie daden
ik zie wolken in het dal
ik zie falen ik zie kwalen
ik zie mensen, in de val
ik voel pijn en ik draag zijn
onder alles dat zijn kan
ik voel jou en ik voel mij
en ik voel de gelaten van de verlorenen
zielen en mensen en personen
die wij zijn
ik voel en doel, ookal doe je mij veel pijn
ik kan en ik zal en ik ben er voor je schat
ik hoor en ik zie en ik ruik je bloed
doordacht
het is hier en het is daar en ik zwicht naar eenigheid
ik wil jou en mijzelf en onszelf in eeuwigheid
oorlog is geboren uit alle egoistische geborgenheid
je bent fout, ik ben juist
wij zijn allen net gebuisd
er is geen antwoord, geen geluk
alleen maar onbewust
wij dromen en wij oogsten
al onze eigen onbekwaamheid
en iedereen
ja iedereen
ook jij
jij bent meeloper...
jij gaat diagonaal
op het schaakbord
van onze taal en je eigen zijn
je loopt en je volgt
meedogenloos
je ziet voor ogen alles
wat je niet kan en je buigt
voor de mogelijkheden die je worden geboden
je bent
slechts
een
mens
en niet uitverkorenenenenenenen.
---------
Oor je log? (podiumversie)
(alternatieve voordrachttekst)
(spreek traag, zoek een zachte instap, bijna fluisterend)
ik zie dromen...
ik zie daden...
ik zie wolken
in het dal.
ik zie falen
ik zie...
kwalen.
ik zie mensen
in de val.
(lichte versnelling, donkergolvend)
ik voel pijn.
en ik draag zijn
onder alles
dat zijn kan.
ik voel jou.
ik voel...
mij.
en ik voel
de gelaten
van de verlorenen.
(pauze)
zielen...
mensen...
personen
die wij zijn.
(spanning opbouwen)
ik voel
en ik doel
ook al doe je mij
veel pijn.
ik kan.
ik zal.
en ik ben er voor je,
schat.
(kortere ademhaling, intenser)
ik hoor
ik zie
ik ruik
je bloed.
doordacht.
het is hier.
en het is dáár.
en ik zwicht
naar eenigheid.
ik wil jou.
en mijzelf.
en onszelf.
in...
eeuwigheid.
(pauze,laat spanning zakken, toon reflectie)
oorlog
is geboren
uit egoïstische
geborgenheid.
jij bent fout.
ik ben juist.
wij zijn allemaal
gebuisd.
geen antwoord.
geen geluk.
alleen...
onbewust.
(versnellen, richting versnelling van emoties)
wij dromen.
wij oogsten
onze eigen
onbekwaamheid.
en iedereen...
ja iedereen...
ook
jij.
(pauze, strak en langzaam)
jij bent
meeloper.
jij gaat
diagonaal
op het schaakbord
van onze taal
en je eigen zijn.
jij loopt.
jij volgt.
meedogenloos.
jij ziet voor ogen
wat je niet kan
en je buigt
voor mogelijkheden
die je worden
geboden.
(inzetten op tragiek, zachter nu)
jij bent
slechts
een
mens...
en
niet
uitverkorenenenenenenenenen...
(laat die laatste regel vertraagd uitlopen,
langgerekt, als een echo die zichzelf niet meer wil horen)
