Boten varen af en aan. In silo’s spuiten slangen grondstoffen.
Terwijl ik op de rand sta van een leven, de lucht onbehaaglijk
zwart kleurt, gevuld met het soort regen dat giet als bloed uit
een slagaderlijke wond.
Beneden bewegen mensen als mieren
in choreografische eenheid
en proberen een eigen weg
te vinden.
Van hier af gezien storten ze
allen dezelfde kant op
als regen
als grondstof
als bloed.
Hoe zou het zijn
om af te varen
weg te springen
verdwijnen in meel
of
mijlenver op zee?
Iedere ochtend
elke andere kant
draagt de belofte
van
terug naar af.
Terwijl de regen
blijft vallen
uit de lucht.
Als oude wijn
in nieuwe zakken
wat een klucht.