Ooit zal je de volheid vinden
die roken overbodig maakt.
Nu zuig je je longen vol en lurkt aan je koffie.
Je streelt de steen onder je handen
op zoek naar onvolkomenheden.
Een rafel die aan je oog ontsnapte.
De druivelaar boven je hoofd verkleurt reeds.
De oogst was rijk dit jaar.
Het leven was genadig.
Je kind groeit goed.
Eigenzinnig schuurt het zich een weg
als water tussen stenen. Net als jij.
Je blikt dwaalt over hellingen.
Kleeft aan rotsen. Tast hen af.
Je zal hun verhalen tevoorschijn halen.
Langzaam rijpen dromen.
Openbaren zich beelden van eenheid en heelheid
voor jou en je kind.
De herfst strooit zacht licht.
In de diepte gloeit de stad als een smeulend haardvuur
wachtend op de vonk van jouw adem.
Lieve Fimmers