Opgesloten!

Amina
15 mrt 2015 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket

De tweeling Pablo en Angelo zijn elk 1,20m lang op het moment dat zij volwassen zijn.  Daardoor ondervinden zij dagelijks problemen die voor de gewone man vanzelfsprekend zijn zoals bijvoorbeeld hoge winkelrekken.  Op een warme zomeravond gaan zij met de trein naar Hasselt voor een grote fuif op het Kolonel Dusartplein.  Daarvoor hebben zij zich opgedirkt in een jeansbroek, een wit hemd met lange mouwen en geklede zwarte schoenen.  Hun moeder heeft die speciaal voor deze gelegenheid gemaakt.  Daar zijn zij dankbaar voor, want bij de kindermaten vinden zij niets wat hun aanstaat.  Bij aankomst in Hasselt tellen zij nog vlug hun geld of dat zij voldoende hebben voor een plezierige avond.  Beiden hebben amper 15 euro op zak.  Dus naar de bank reppen.  Ook al is het 8 uur ’s avonds en zijn ze dan gesloten.  Pech, he!  Dan moeten zij naar het loket met uitsluitend machines. Zij gaan daar binnen door kaart te laten checken door een verborgen chip achter de deur.  Probleemloos raken zij binnen.  Angelo merkt dat de automaten verdomd hoog staan.  Hij vloekt op een luide toon: ”Verdomme! Hoe moeten wij dat oplossen.”  Ook vraagt Pablo dat zich ernstig af.  Volgens hem moet je wachten tot dat iemand komt met een normale lengte.  Dat idee houdt hij ongemerkt één uur aan.  Tijdens die tijd is er een discussie ontstaan voor een oplossing door middel van kibbelen.  Na een tijd wordt het te veel voor Pablo.  Hij wil naar de politie telefoneren met de GSM.  Hij begint eraan, maar ondertussen heeft Angelo een ongeloofwaardig idee.  Pablo zet zijn toestel vliegensvlug uit en luistert aandachtig naar Angelo.  “Is het goed dat wij om beurten op elkaar rug klimmen.  Zo kunnen wij tenminste aan de knoppen, want samen maken wij ons langer.”  Pablo vertelt op een enthousiaste manier aan hem dat hij het wil uitproberen.  Angelo start ermee door op zijn knieën te zitten.  Op zijn schouders duwt Pablo zichzelf op.  Het lukt, maar Angelo doet meteen een poging om recht te komen.  Ondertussen zucht hij van de zware proef.  Als hij volledig recht staat, blijkt de lengte te veel.  Dan maar bukken.  Plof!  Hij valt en is buiten adem!  Tijd voor rust!

Angelo valt in slaap.  Pablo kijkt naar buiten.  Hij ziet mensen op de gratis bus instappen naar de fuif, want een groot deel is extravagant gekleed.  Rokken die alleen de billen bedekken, T-shirts met blote buik voor zowel mannen als vrouwen.  Als hij dat beeld ziet, doet het pijn.  In plaats van te feesten is hij opgesloten. Niemand van de voorbijgangers bekommert hem en Angelo.  Er is trouwens in die tijd ook niemand in de bank geweest.  Hij mijmert ondertussen waarom niemand hem komt helpen.  Daarbij begint hij ook te huilen.  Pablo’s huilbij is nog niet over.  In gedacht wil hij kloppen en tieren op de ramen.  Toch helpt die mogelijkheid er volgens hem niet, want de sterke en grote deur isoleert het geluid. Hij besluit zonder medeweten van Angelo om een methode voor hulp, want steeds slaapt hij nog.  Voor het raam klopt hij met zijn handen, stampt daarbij op de grond met zijn voeten.  Ook schreeuwt hij met zijn mond. Ondertussen wordt Angelo bruut wakker.  “Wat ben je aan het doen, Pablo?” vraagt hij op een mompelende manier aan hem.  “Ik moet methoden vinden om hulp te vinden, maar mijn lawaai helpt blijkbaar niet.  Tegenover daarstraks loeit de muziek in heel de stad.”  Angelo kijkt ondertussen naar zijn horloge.  “Is het al half 11?”verschiet hij zich als een bult. Angelo stemt daarmee in en is ermee akkoord.  Ze proberen iets nieuws.  Op het moment voelt hij zich onzeker voor een goed resultaat van de proef.  Pablo zit in kruipstand zoals een baby.  Om te beginnen met die proef, doet Angelo zijn schoenen uit.  Dat is om Pablo geen pijn te bezorgen, als hij op zijn rug staat.  Ten tweede voelt dat wat zachter aan.  Hij gaat er voorzichtig opstaan.  Dit met de steun door de rand van de automaat te vastgrijpen. Zo creëert hij een goed evenwicht.  Hij geeft ondertussen dat evenwichtsoefening zijn beste kant niet is.  Het resultaat blijkt dat hij er gemakkelijk aan kan.  In zijn broekzak zit zijn portefeuille en op het gevoel zoekt hij met één hand zijn bankkaart.  Dat verloopt vlot.  Ook met één hand bedient hij de automaat.  De andere hand blijft hij steeds aanhouden op de muur, want goed in evenwichtsoefeningen is hij niet.  Maar uiteindelijk lukt het onverwachts toch.  “Opdracht volbracht!” roept hij op een trotse, vrolijke toon.  Het lijkt al precies zingend.  En een proficiat voor hem komt enthousiast terug van Pablo.  Daarna wordt de proef op het omgekeerde manier gedaan.  Pablo probeert dezelfde methode als Angelo.  Ook met succes.

Dan volgt het verlaten van het gebouw.  “Geen gemakkelijke klus!” denkt Pablo.  Dat denkt Angelo ook, want via een reportage over mensen van dwerggroei, heeft hij eens een vrouw gezien die ook eens opgesloten zat in de bank, omdat de sensor van de deur haar niet zag.  Zonder iets te zeggen, voelen zij elkaar de spanning aan.  Beiden bibberen hevig van de angst.  Zijn wij eindelijk verlost of moeten wij wachten op iemand?  De deur heeft een lange, stalen klink aan de zijkant.  Daaraan houden Angelo en Pablo hun handen vast en trekken gedurende enkele minuten eraan.  Maar de deur gaat niet open!  “Het zou aan de sensor liggen van de deur.”zegt Angelo.  En Pablo vraagt aan hem wat dat wil zeggen.  Angelo legt op een schoolachtige manier uit aan hem dat de computergestuurd machine is die leest dat mensen het gebouw verlaten.  Op die manier gaat de deur normaal automatisch open.  Voor Pablo is zijn uitleg duidelijk.  Ook begrijpt hij dat.

Het is al middernacht en nog steeds niemand binnengekomen.  Waarschijnlijk moeten zij die fuif maar vergeten, want hij duurt tot 3u ’s nachts.  Aan hun lot denken zij al aan.  Tijdens het wachten op hulp rollen bij beide personen hun tranen.  Daarbij geven zij hun hand aan elkaar vast voor troost en teken op hoop.  Ondertussen rusten hun hoofden op de knieën en kijken toch naar buiten.  Om halféén komt een stadswachter toevallig in de bank, want hij heeft de tweeling gezien.  Hij is een grote man met een zwarte broek en een paarse jas aan. Vriendelijk begroet hij de tweeling en bevrijdt hij eindelijk.  Even zijn Pablo en Angelo spraakloos en bedanken hem vriendelijk.  Ook vertellen zij hun verhaal en hij heeft er begrip voor.  Als beloning daarvan, gaan zij samen reizen met de pendelbus naar de fuif.  Ook geeft hij aan hen de tip om alleen tijdens de openingsuren naar de bank te gaan, omdat de kans op hulp groot is. Meteen vindt de tweeling dat een goede tip die zij blijven onthouden en in het vervolg op die manier ook daadwerkelijk gaan uitvoeren.  Aan de stadswachter beloven zij dat en geven aan elkaar een stevige handdruk bij het afscheid.      

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Amina
15 mrt 2015 · 7 keer gelezen · 0 keer geliket