Ik denk dat ik dat kan; over alles schrijven
Hoe ik de ramen aan de voorkant properde
en nu de evenwijdige onbeschreven strepen zie
– zou ik een raamgedicht? – of
Hoe te-doen lijstjes me gemaakt vrolijk, schel roepen
de woorden op het schrijflijstje in hun fraaie vuist lachen
– pak me dan als je kan – of
Hoe er overal alles voor iedereen te doen is
ik ben al genoeg met Mie, mezelf en ik voor altijd
– samen is toch alles toffer? – of
Hoe ik bij het Offerfeest vandaag denk
aan dat kind – ja laat ik u dat vertellen – over
dat kind dat weer goed las en het woord God las
hoe ze dan verwonderd opkeek en vroeg ‘wat is dat?’
hoe ik toen zei dat mensen in de kerk bidden tot God
zoals mensen in de moskee bidden tot Allah en hoe ze toen
als Eureka opkeek en – zoals alleen een kind dat kan – alwetend
en zelfzeker zei: “Dat zijn toch die twee die altijd ruzie maken!”
Ze las haar rijtje af, ook meerlettergrepige woorden.
AMK