Achtergelaten op een eiland groen zonder blauw
Neuzen in de lucht, eerder bruin dan grauw
Duizenden jaren staan ze te gluren
Ingedommeld verkleumd in de ochtenduren
Hun kale knikkers blakend in de middagzon
Vertwijfeld over lot en oorsprong
Gingen zij over velen hunner tong
Waar Pasen blijft duren
Zijn hun cloons eeuwige buren