Ik had mezelf een oversized wollen trui gekocht. Dat ontdekte ik pas toen ik hem thuis aandeed. In de winkel paste hij perfect. Onderweg rekte hij uit. Net als de schouderriem van de wollen handtas die ik ooit kocht. En die onder het gewicht van de inhoud ervan langer werd. De tas hing nog om de hoek in een zijstraat terwijl ik al lang thuis was.
‘Ik loop vaak op de dingen vooruit‘, bedacht ik me terwijl ik mezelf in de veel te grote trui aankeek in de spiegel. Ik zag duidelijk dat de trui te lang op de kapstok in het winkelrek had gehangen. Hij was zijn pasvorm kwijt. Net als ikzelf die na ruim een jaar verandering in mijn leven nog niet de passende maat vond. Altijd knelde er iets. Misschien kocht ik daardoor een veel te grote trui. Dan was ik er zeker van dat hij me de ruimte gaf die ik nodig had na me in mijn winterjas te hebben opgerold voor mijn winterslaap.
In de spiegel zag ik dat hij tot aan mijn knieën kwam. De zwaartekracht hier in huis moest toch wel sterker zijn dan in de winkel. Dat verklaarde ook het afhangend hoofd van dochterlief die de paasvakantie gekruisigd aan de zetel doorbracht. Met haar benen over de rand en haar armen wijd opengespreid. Alle geloof verloren dat ze ooit nog een normaal schooljaar zou kennen.
Zo nu en dan controleerde ik of ze zich dood verveelde. Gelukkig ademde ze nog steeds. Maar ik merkte verder geen teken van leven. Knielend ging ik naast haar zitten en smeekte haar toch iets te ondernemen. De dag niet te laten uitsterven zonder er iets in te hebben bereikt. Een beetje huiswerk maken of een tekening. Haar kamer opruimen of de was plooien. We konden samen de lenteschoonmaak doen want ik merkte dat mijn nestdrang groeide samen met dat van de koolmezen in het nestkastje.
‘Ga eens uit de weg. Ik ben druk bezig’, weerklonk haar stem plots. Ik verkeerde in extase. Sprong recht en merkte meteen dat mijn knieën in de veel te grote trui stonden. Ik had hem een derde keer gepast. Voor de zekerheid.
Ik dacht dat ik ijlde. Of zij. Want zo druk zag ze er niet uit. ‘Ik kijk hoe de bij haar eitjes in onze muur metselt. Ze is er al twee dagen mee bezig.’ Ze toonde me het gaatje dat het kleine insect met piepkleine stukjes klei dichtmetselde. Nadat ze haar eitjes en de nodige voedselvoorraad erin had gelegd. De jongen zouden er pas volgend jaar uitvliegen. Ik hoopte dat dochterlief toch eerder uit de zetel zou herrijzen.
Ik besloot mezelf ook in paaspauzestand te zetten. En me naast dochterlief in de zetel te nestelen. Daarvoor was die veel te grote trui ideaal. We konden er samen in. Ik was blij dat ik hem had gekocht.
Vanuit ons nest keken we hoe bloesems bladeren werden. We wachtten tot de zon achter de wolken was verschenen. En lieten de thee de tijd om te trekken. Ik schreef een brief naar de andere kant van het land. En kleefde er een gewone postzegel op. Geen prior. Hij was dagen onderweg. Ik wachtte op het antwoord dat ook per post kwam. We zochten het getal 571 tussen duizendvierentwintig andere getallen in een ‘ Van punt tot punt tekenboek’. We vergaten de tijd waardoor de klok nog ruim twee weken op het winteruur stond.
En toch kon ik de rust in dat nest niet vinden. Niet omdat de veel te grote trui eigenlijk te warm was. Maar omdat mijn hoofd steeds vooruit dacht. Naar wat we zouden eten. Ook al kookte ik al jaren wat het land op dat moment te bieden had. En namen we steeds de tijd om van een maaltijd te genieten. Slow food was het etiket dat ze erop plakten. Daarna lonkte de strijk. Terwijl de wasmand kleiner was dan vroeger want we kochten minder maar duurzamere kledij. Slow fashion. Of ik brak mijn hoofd over het huishouden dat ik in minder dagen zou moeten doen. Want ik had een dag voorzien om naar kunst te kijken. Er de tijd voor te nemen om het te zien en te voelen. Slow Art. Ik deed wel aan slow blogging. Want ik vond nooit de tijd om de juiste woorden neer te pennen. En aan slow reading. Twee boeken per jaar. Toch was Slow living nog niet aan mij besteed. Zolang ik niet aan de zetel werd genageld.
Ik besloot nog één keer bewust stil te staan. Voor de spiegel. Om de veel te grote warme wollen trui een laatste keer te passen. Ik zou hem ruilen. Hij had me al teveel tijd gekost.