pasfoto's (met commentaar van prof. dr. J.J.M.G. Huppen)

5 nov. 2021 · 8 keer gelezen · 2 keer geliket

het is maar een flits en of ik recht in de lens van de camera wil kijken alsof daar een vlindertje op zou zitten met een strak gezicht zodat mijn gelaat binnen de randen van het tweedimensionale beeld zou passen en de beambten mij zouden herkennen mocht ik ooit in mijn leven nog de landsgrenzen willen passeren of anderszins mij in welke vorm dan ook moeten identificeren en ja ik sta daar nu strak te kijken terwijl ik liever met een cappuccino in een lunchroom zou willen zitten met een roomsoes desnoods een appeltaart of een aardbeiengebakje met een toefje slagroom erop als het klaar is krijg ik een mapje met foto’s van mij in achtvoud waarbij ik achtvoudig strak wordt aangekeken door iemand die helemaal niet gefotografeerd wilde worden maar die liever in een lunchroom zou hebben gezeten met een cappuccino en een roomsoes desnoods een appeltaart of een aardbeiengebakje met een toefje slagroom erop maar nu is het te laat voor dergelijke uitspannerijen lunchroom gesloten zwerf ik over donkere straten met acht pasfoto’s van mezelf in de binnenkant van mijn zware zwarte winterjas jas

 

 

Commentaar van professor dr. J.J.M.G. Huppen naar aanleiding van het gedicht van F.L.J. van Vloten met de titel: Pasfoto’s

Ecce homo, ziedaar de mens in een fotostudio om een afbeelding te baren die uiteindelijk met weinig bombarie in een document zal worden geperst. Wat allereerst opvalt in dit spiegelgedicht van Van Vloten is de vorm of beter gezegd het ontbreken hiervan. Waar zijn de strofen? Ik zie ze niet. Maar kennen onze paspoorten strofen? Wordt in officiële documenten onze identiteit niet als een vormloos gedicht neergezet? De leestekens ontbreken eveneens, zo zal de opmerkelijke lezer hebben bemerkt. Daar waar een punt zou moeten staan, staat niets. Om dan nog maar te zwijgen van komma’s of dubbele punten. Het gaat maar door. De eindeloze stroom aan letters, woorden waarmee metafysisch de nooit aflatende stroom van dagelijkse reizigers met dichterlijk penseel wordt aangestipt. Oneindig veel stippen. Dan is het inderdaad tijd voor een gebakje dat door Van Vloten als een onbereikbaar ideaal wordt voorgesteld. Hem rest enkel een zware zwarte winterjas jas – een meesterlijke alliteratie – waarmee hij in het niets verdwijnt, weliswaar met acht foto’s voor in zijn pas.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

5 nov. 2021 · 8 keer gelezen · 2 keer geliket