Spelende penseellapjes wuivende
palmen boven waterlelies.
Een gezicht lift op uit het zand
met open handen als een kruis
van ongehoorde schoonheid.
Met opzet ondergedompeld in koude
slaap, engelen bevriezen buiten
de hemel. Gekruisigd door schuld
zonder begin. Wolken verspreiden
zich over buigende bloemen.
Bedek hen zachtjes met sneeuw
terwijl brandende tranen worden
geboren. Over lelies en exotische
wonderen voordat ze verwelken.
In dit leven gebeurt dat maar eenmaal.