Op de klets grond
waar zoutloze jeugd dekking zoekt
tegen zon en onweer
prikkelen de eerste flauwe
lentestralen door het
met wolken bedekte
zwerk
Als een verlossing
een verrijzenis
van zielen
Bedanken mannen elkander
met blikjes bier op een bank
waar dromen gesorteerd worden
naast het afval, dat
her en der blijft
rondslingeren
Hardleerse vrouwen beminnen
de verkeerde man
ze verleiden met rokken
en hoepels
en vlaggen en wimpels
Door het bier
of de warmte die komt
staat alles bol
van verwachting
agressie
spijt
verlangen kortom
Terwijl kinderen
op fietsjes langs
rijden, tollen,
ballen,
Verstoppertje spelen
op een grasvlakte waar,
het blijft bij aanmodderen.
Onderschat nooit de grip
van de eerste zon
Stralen die nieuw
leven blazen in
vergeelde
gillets en uitgeslofte
pantoffels.