op een godverlaten plein
omringd door gelige platanen
in het midden een fontein
foerageren eksters in het avondlicht
aan de schaduwkant een blinde vrouw
komt binnen in een kleine bleke kerk
een broeder lijkt haar voor te gaan
in schitterend goddelijk licht
het is alleen maar schijn
zijn god heeft geen geweten
devotie blijft liggen op haar lippen
taal verlaat haar mond niet meer
wie zingt voortaan met haar dit lied
herkenning houdt haar overeind
ze voelt een engel naast zich staan
samen soeverein
omringd door geurige platanen
in het midden een fontein