hij drinkt koffie en nog koffie
propt grote stukken chocolade
in zijn mond en gaat door
wat hij doet lijkt een puzzel
dit stukje hoort bij dat
en dit bij dat en nee, nee
dit niet bij, of toch
drinkt hij koffie
en nog koffie
propt grote stukken chocolade
tussen zijn tanden en laat
zijn schouders zakken