wij waren weer dat zwerfkind
je raapt een kei op, stopt hem in mijn zak
ik weet dat hij geluk zal brengen.
- vier uren eerder
een snelle tong snijdt me de adem af
ik zing in toonaarden die ik niet ken
tot jij komt, en ik
een fladderende vlinder in mijn mond
in alle talen slechts kan zwijgen.
jouw glimlach spreekt boekdelen, terwijl
het orkest in de achtergrond blijft spelen.