degelijk Duits omringd
neem ik wisselbaden in de Noordzee
en de weekendkrant
sinaasappelbillen lillend in het slib
borsten deinend in hun netten op de golfslag
een zwerm meeuwen die
met Zwitsers geijkte tussenpozen
als aan een kabelbaan over het water scheert
bij eb kan ik te voet naar Vlissingen
kuitdiep tussen de golfbrekers rechtdoor en
vervolgens rechtsaf aan Hamburg Süd
de luie zuidenwind ademt door mijn sudoku
gooit gekef en kindergrijs neer
waar ik ook mijn handdoek spreid
knarsetandend laat ik de
inmiddels dieprode want voor mijn vingers
onbereikbare zones op mijn rug
nog maar eens zakken
in de pekel