Reuzen op de Belgiëlei
Eens in de ochtendschemering
Ergens in deze jassen en vesten gestoffeerd
Zit het niemand van een iemand dat ergens vrede mee probeert te nemen
In zijn hand een spreekbuis vol geprojecteerde verwachtingen
Verwachtingen om prijzen aan te mogen geven
Mee door we wereld rijzen, dan wegen
Welke wanneer nog relevant zijn mogen
Dan, zonder ruis of mededogen
Verdwijnt de schijn uit onze ogen
Verkocht aan een ander, die beter sluit wat we niet willen openen
Een doos met Pandora op geschreven
Een flauwe vers, ik weet het, het is om het even
Mythos of morgenzon, het is mij gelijk
Zolang ze mij gelijk geeft
Zoniet, trek ik het mij niet aan
Verloochen ik de dagen
Vier ik mijn schijndood met de maan
Het vreet me aan het hart
Het voedt me niets dan smart
Maar de wereld, ze ziet mij niet meer staan