De lijnbus remt zo abrupt dat sommige staande reizigers zich stevig moeten vastgrijpen. Gelukkig zit ik al. Enkele jonge meisjes gillen en het is niet duidelijk of ze er nu plezier in hebben of echt geschrokken zijn. Wel duidelijk is de woede van de buschauffeur en het geroep van jongeren die hun energie blijkbaar niet meer de baas zijn. De bus staat stil!
Ik voel een koele bries in mijn nek. Een welkom contrast met de sfeer die nu in de bus hangt. Het is me niet helemaal duidelijk waar de onenigheid om gaat. Dit is niet mijn eerste risicovolle busrit. Zelfs niet mijn tweede…
In tijden waarin volgepropte bussen en spettertjes spreekspeeksel nog geen gevaar waren, rolde ik eens bijna van mijn klapstoeltje van plaatsvervangende schaamte. De ruzie toen was vreselijk. Vreselijk gênant vooral. Een oudere man, pas opgestapt vroeg vriendelijk aan een jongedame of ze haar plaats wilde afstaan. Het was al een wonder dat hij met zijn rollator op de bus geraakt was én blijven rechtstaan. De dame in kwestie keek de man aan met een blik waarvan ík blij was dat ik al zat. Ineens schoot ze recht, ze schold de man uit met argumenten die volgens de verbaasde uitdrukkingen van alle andere reizigers, geen steek hielden.
‘Mijnheer, ziet u niet dat ik een kind bij me heb! Ziet u niet dat ik hier ook nauwelijks kan bewegen tussen het raam, de buggy en deze veel te smalle stoeltjes! Ziet u niet dat… ‘
Ze was blijkbaar zo overstuur dat ze niet eens zag dat de bus leegliep bij een volgende halte, dat de man plaats had genomen twee stoeltjes verder en dat haar peuter aan het krijsen was. Gelukkig was er wel iemand die haar – voorzichtig – vriendelijk vroeg of zij hier ook af moest stappen. Daarna werd het stiller. Veel stiller, zoals ik het nu mezelf en de andere volwassen reizigers ook wens.
Ik zie beweging in de spiegel. Er wordt iemand met een volgeschreven en kletsnat mondmasker – God en zijn discipelen mogen weten hoe dat gebeurd is – verzocht af te stappen ‘desnoods met fysieke begeleiding’, hoor ik de chauffeur nog zeggen. De hele bende scholieren stapt af, roepend en gebaren makend, er is zelfs één die spuwt, maar het wordt nu wel rustig. De bus nemen in deze tijden zonder uitlaatklep voor deze of andere jongere, is altijd een beetje een risico.