S van SPEL

19 apr 2016 · 196 keer gelezen · 1 keer geliket

(uit “verhalen van A tot Z”)

Kinderspelen uit vroegere tijden

 Heimwee doet ons hart verlangen, naar de heimat onzer jeugd.

Antoinette qui a la balle.

Wie kent nog dit balspel ? Een kind had de bal en gooide hem over de rug naar achter waar een van de andere kinderen hem opving en achter de rug verborg.  Alle kinderen vormden een rij en hielden de handen op de rug.  Ook het kind met de bal achter de rug stond in de rij en zong  samen met de anderen :

“Antoinette qui a la balle
Draait u om dan weet ge ’t al “

De ballengooier mocht zich dan omkeren en raden wie de bal had opgevangen. De naam Antoinette verwees mogelijk naar Maria Antonia Josepha Johanna, beter bekend als Marie Antoinette. Zij was de echtgenote van koning Lodewijk XVI van Frankrijk, en dus koningin van Frankrijk.

Wij hadden in onze familie ook een tante Antoinette (in de volksmond Tante Nènè genoemd , niet vanwege haar rijkelijke boezem – elle en avait des balles - maar omdat haar eerstgeboren neefje of nichtje haar naam nog niet kon uitspreken)

Knikkeren

 In het zwartgrijze zand van de straat werd de “pot” getekend,  een ellipsvorm met een lijn erin.  Op de lijn moest elke speler een aantal knikkers leggen.  Hoe meer spelers er waren, hoe groter de pot was. Dan werd op enkel meters van de pot een rechte lijn getrokken in het zand.  Van achter die lijn mocht men om beurten een knikker in de richting van de pot schieten.  Daarbij rustte de knikker op de gekromde wijsvinger en diende de duim als lanceerhamer.  De knikkers die men uit de pot kon schieten werden jouw eigendom. De mooiste knikkers werden soms geruild voor meerdere minder mooie exemplaren.

Het spel werd danig verstoord toen in de vijftiger jaren de eerste auto’s opdaagden in de straat en de “potten” telkens opnieuw moesten getekend worden.  De eerste auto in onze straat was een Citroën van een nonkel, die handelsreiziger was in sigaren.

Witte zwanen

 De spelende kinderen vormden een lange rij
Twee kinderen staken de armen in de lucht en hielden
Elkaar vast met de handen waardoor zij een poortje vormden
Iedereen zong :

Witte zwanen, zwarte zwanen,
Wie wilt er mee naar Engeland varen
Engeland is gesloten
De sleutel is gebroken
Is er dan geen smid in ’t land
Die onze sleutel maken kan ?
Laat door, laat door,
Wie achter is moet voor

 Als het liedje stopte werd het poortje gesloten en was wie er onder stond gevangen. Dan moest het gevangen kind kiezen tussen bijvoorbeeld  appel of peer en opzij gaan staan.  Zo ging het spel door tot er een groep appels en een groep peren gevormd was.   Daarna konden deze willekeurige groepen tegen elkaar een ander spel spelen.

Waarom perse Engeland gesloten was heeft waarschijnlijk iets met de situatie te maken van de tijd waarin het liedje tot stand kwam.  De oorsprong blijkt Duits te zijn en in de verschillende versies van het lied komen ook Oostenrijk en Hongarije voor als “gesloten” landen.

Potteke stamp

 Wie “eraan” was (zoeker) mocht niet kijken en moest tot 50 tellen.  De anderen stampten een potteke (leeg blik) weg en gingen zich verstoppen.  Na de vijftig riep de zoeker “Al wie niet weg is, is gezien”.  Van zodra de zoeker iemand zag riep hij diens naam en liep tot aan het potteke om hem af te tikken.  De andere verstopten konden uit hun schuilplaats komen en trachten de gevondene te redden door het potteke opnieuw weg te stampen alvorens de zoeker het had bereikt. Als het potteke opnieuw was weggeschopt moest iedereen van plaats veranderen en werd er opnieuw afgeteld. Als niemand het potteke kon wegschoppen en iedereen was gezien dan werden de rollen gewisseld tussen de zoeker en de eerst geziene. Als de zoeker tot driemaal toe was moeten herbeginnen werd gepot om een nieuwe zoeker aan te duiden.

Of dit spel ook in Amerika gespeeld werd is niet geweten.  Nochtans beweren boze tongen dat Andy Warhol als kind het spel steeds verloor en daardoor later uit pure frustratie zijn wereldberoemde Campell’s soep schilderij(en) maakte.  Een ervan werd in 2006 verkocht voor net geen 12 miljoen Amerikaanse dollars.  Men zou van minder gefrustreerd raken.

Schipper mag ik overvaren

Er werden twee strepen getrokken op de straat op een afstand van een twintigtal meter.  Dan werd er  “gepot”  om de schipper aan te duiden die in het midden van de straat stond.  Iedereen moest aan één kant van het terrein gaan staan. Dan werd er gezongen “Schipper mag ik overvaren, ja of neen?  Moet ik dan een cent betalen?  Ja of Neen.  Wat moet ik doen ?” De schipper gaf vervolgens de voorwaarde om over te mogen en dus van de ene kant van het afgebakende terrein naar de andere te geraken.

Opdrachten waren bijvoorbeeld :  “hinkelend op één been”  - “koprollend”.  De schipper kon ook een kleur kiezen die dan niet in je kleding of je haar mocht voorkomen.  Was dat wel het geval moest je rennen. Al wie niet aan de voorwaarde voldeed kon bij het overlopen door de schipper worden aangetikt.  Wie aangetikt was moest de schipper helpen bij zijn taak.  Winnaar van het spel was degene die zo lang mogelijk over en weer kon “varen”.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

19 apr 2016 · 196 keer gelezen · 1 keer geliket