Ik zou U meerdere misdaden kunnen bekennen. Echte. Voor de geloofwaardigheid van het verhaal.
Mijn jeugd was medeplichtig. Aan de beuldaden van mijn vader. Ik was er meestal bij. Ook bij de slachting van Loulou. Onze pony. Ik werd geroepen maar hanteerde niet de varkenshamer.
Omduwen! Helpen! Niet bij het in stukken snijden. Ik liep weg, ook van vriendschappen. Ik sloeg scheef. Meestal in donkere winkels. Nooit grote kapitalen en ik heb geschoten. Met een loodjesgeweer op het plastiek van caravans, op het portret van mijn vader die ik heb doodgewaand.
Nooit met volledig succes. Met de jaren wordt het minder erg, zo dacht ik en ik ging voor de kleinigheden. Vergetelheid marchanderen in de ziekste centra. Zaden, aardbeienplanten, stekjes sanguisorba ging ik stelen in de tuinen van fatsoen en welvaart.
Of ik ging er kotsen. Ik doolde rond, op percelen bouwgrond, onverkocht omdat er veel, te lang, lijken hadden gelegen. Vraag me niet hoe ik dat weet. Veel wordt evident, eenmaal daarin verzeild geraakt en de oplossing is snel een wandaad, baldadigheid of wrede afrekening.
Net zo in juli van het jaar 2016. Katja was een jaar daarvoor gestorven naast een diepvriezer en als je aan het kruispunt bij de Bloedput komt uit de richting van het Waggelwater, dan kan je rechtdoor naar de tunnel onder Het Zand.
Je kan er ook linksaf, richting Ezelpoort en het is daar, waar de straat een zachte bocht maakt, dat het gebeurde.
uit de reeks 'Residu'