Het is niet verstandig om doping niet te betalen. Den ivo weet dat nu.
Hij probeert nog te herrijzen maar hij geraakt niet verder dan mijn achtertuin.
Het staat nu te boek als een auto-ongeluk. Vooralsnog kennen enkel Jonathan en Nathalie de feiten. Daarnaast enkel de geest van dit dagboek.
Vanavond zal ik het proberen. Om hem in de koffer van mijn Talbot te krijgen nog voor hij weer uiteenvalt in kapotgereden stukken.
Hij mag dan mee. Naar Alfred. Waar al mijn figuranten verzamelen. Wanneer die cirque weer begint in die knikker. We zullen zien.
Roeland en zijn elektrische bolderkar. Gekregen van die crèche. Zal er nog bloed aan de wieltjes hangen en zal het ding groot genoeg zijn voor het vervoer van al zijn santenkraam?
Hij slaapt alsnog. Onder De Rampe. Want de fermette van tante Hannelore is verkocht.
Hij heeft herinneringen geërfd en ik ben het zeker. Het zal lukken om den ivo te vangen.
Met de geur van oude turnpantoffels. Van die witte zonder franjes, uit de tijd dat alles nog normaal was en het nog niet zo wemelde van de rare wolken.
We moeten erdoor. We moeten eronder. We moeten erover. Er is geen ontsnappen aan. De wereld spant en knelt.
Voor iedereen, maar niet in gelijke mate. Veel voor Ignace, voor diens zieke gedachten.
Ja. Die zullen daar ook zijn en Ignace. Hij zal dit niet vruchteloos voorbij laten gaan.
uit de reeks 'Roeland Wittebolle'