De avond was al oud toen ze zich naast me neervlijde. Ik stelde mezelf voor als Zeger. Het kon haar weinig schelen. Ze vertelde me dat haar tante heel bekend is. Ik luisterde amper maar was toch geïnteresseerd. Niet door wat ze zei maar hoe ze zich bewoog. Ze haalde nog even wat te drinken. De weg naar de bar was veel te kort. Ik lust geen tequila.
Ik wist niet wat me als eerste opviel: zijn handen of zijn ogen. Punt is dat ik uitgerekend aan hem alles vertelde. Als het vreselijk gaat: praat tegen een vreemde. Zo deed ik dat altijd. Toch leek het me niet alsof hij luisterde met zijn diefachtige glimlach. Bang om betrapt te worden? Maar ik dacht nog niet aan opgeven. Meer alcohol zou ons vast gelukkig maken tot de ochtend.