Ik wil je tanden poetsen,
flossen in de spleten en
je volgooien met
bacteriedodende drank
Ik ga je huid afpoetsen
nadat het eerst is opgesplitst
in rode en oranje streken
van waar ze is geweest
Dan zeep ik je voeten
en was je handen keer op keer
pluk onder je tien nagels en
vijl ze klein tot aan het bed
Geen restje, geen vezel,
geen ene verdomde cel
zal nog aan jou kleven
en
dan pas kan ik rusten
Als je me dan vraagt
om voor nu en voor altijd
jouw enig lief te zijn
huil ik de laatste vuile tranen
Ik spoel ons beider lijven schoon
en trouw in maagdelijk wit